Standplaats Alpes Maritimes


De bewoners noemen St. Sauveur-sur-Tinée le trou het gat, want het dorp ligt maar 500 meter boven zeeniveau, terwijl de omringende bergen de 2800 meter halen. Wil je hier wandelen, dan moet je omhoog. En dat doet Paul Smit dan ook. Pas hogerop ontvouwen zich de vergezichten, tot in Italië toe. Lees het verhaal Standplaats Alpes Maritimes

Tekst: Paul Smit

Gebied

Alpes Maritimes

Karakteristiek van de standplaats

De kleine camping communal in St. Sauveur-sur-Tinée is het uitgangspunt van dit artikel. De GR 5 passeert er, maar ook voor wandeldagtochten en tweedaagse wandelingen kun je er terecht. St. Sauveur ligt in de Alpes Maritimes, vlakbij het Parc National du Mercantour. Epicerie, boulangerie, charcuterie, la poste - alles is aanwezig. Op de camping komen vooral wandelaars. De charme van St. Sauveur is dat het op de grens van twee werelden ligt: de Alpen en la Méditerranée.

Karakteristiek van het gebied

St. Sauveur-sur-Tinée ligt vlakbij het Parc National du Mercantour, dat één van de rijkste natuurgebieden van Frankrijk is. Het gebied ligt tussen de 400 en ruim 3000 meter en heeft een klimaat van mediterraan tot alpien.

Beste tijd

Juni t/m september. Juli/augustus kan het (te) warm zijn. Het onweert 's middags vaak.

Uitrusting

Normale bergwandeluitrusting: stevige bergwandelschoenen, regenjack en -broek, eten en drinken, EHBO-set, spiegeltje/fluitje (noodsignalen), aluminium reddingsdeken, kompas, kaart en gidsje/routebeschrijving, fleecevest, lange wandelbroek en korte broek.

Overnachten

Camping Communal, St. Sauveur-sur-Tinée, tel. (0033) 493 02 03 20. Open van ca 15/7 tot 15/9. Buiten St. Sauveur, op weg naar Roubion, vóór de weg de rivier oversteekt.
Wildkamperen: op La Barre, boven Roure, aan GR 5, voorbij arboretum. Met stromend water in houten bak, horizontaal gras. Kamperen mag, maar tent overdag afbreken.
Gîte d'étape La Chèvrerie, Roure, tel. (0)493 02 08 70. 20 bedden.
Refuge de Longon (1890 m), open ca 15/6 - 15/9. Reserveren: tel. (0)493 02 83 99.

Uit eten

St. Sauveur: 3 restaurants. Het beste eet je in Roure.
Auberge le Robur, Rue Centrale 06420 Roure, tel. (0031)4 93 02 03 57, fax (0031) 4 93 02 00 70.
Ferme Auberge de Terre Rouge, Roure, tel. (0031) 493 02 08 70. Eén dag tevoren reserveren i.v.m. versheid groenten uit eigen tuin.

Er naartoe

  • Trein: In Nice is een treinstation.
    Voor actuele informatie over je treinreis kun je:
    1 - Bellen met NS Buitenland: (09 00) 92 96 (€ 0,35 pm)
    2 - Surfen naar de internationale reisplanner van de NS:www.ns.nl/internationaal
    3 - Surfen naar de reisplanner van de SNCF: www.sncf.com
    4 - Lid worden van de Reizigersvereniging Rover. Voor minimaal € 6,80 per jaar word je lid en kun je zo vaak als je wilt actuele treininformatie opvragen: http://www.rovernet.nl/
  • Auto: Voor het berekenen van de afstand van je huis naar je vakantiebestemming en de snelste route kun je gratis gebruik maken van de Europese routeplanner van de ANWB: route.anwb.nl
  • Kaarten en gidsenVoor actuele informatie over beschikbare kaarten en gidsen over de Alpes Maritimes kun je een mailtje sturen naar één van de negen bij de Reisboekhandels Nederland aangesloten gespecialiseerde reisboekboekhandels. De e-mailadressen van de aangesloten boekhandels vind je op www.reisboekhandel.nl. Sommige boekhandels beschikken over een postorderservice; je hebt je boeken en kaarten dan binnen één of twee dagen in huis. Je betaalt dan wel een extra bedrag voor verzendkosten.

    Nuttige adressen

  • Maison de la France Amsterdam / Frans Verkeersbureau,
    Prinsengracht 670, 1017 KX Amsterdam
    telefoon: 0900 11 22 332 (ca. € 0,50 p/min)
    fax: (020) 620 33 39
    internet: www.franceguide.com
  • Parc National du Mercantour, 23, rue d'Italie BP 1316 - 06006 NICE cedex 01,
    telefoon: (0031) 493 16 78, fax: (0031) 493 88 79 05
    internet: www.parc-mercantour.fr
  • Bezoekerscentrum St. Sauveur, telefoon: (0031)493 02 01 63
  • Four Communal Roure: zondagochtend vers brood, plus 's zomers ook op woensdag. V.a. 20 uur pizza's.
  • Over de Mercantour: www.beyond.fr/sites/mercantour.html, of www.chez.com/mercantour (Franstalig)
  • Reisverhaal: Standplaats Alpes Maritimes

    De bewoners noemen St. Sauveur-sur-Tinée le trou het gat, want het dorp ligt maar 500 meter boven zeeniveau, terwijl de omringende bergen de 2800 meter halen. Wil je hier wandelen, dan moet je omhoog. En dat doet Paul Smit dan ook. Pas hogerop ontvouwen zich de vergezichten, tot in Italië toe.

    Dag 1: Korte inlooptocht

    Steeds heter krijgen we het. Hoe hoger we komen, hoe dichter we de zon naderen, zo voelt het. Niet meer dan een klein rondje op de kaart is onze inloopwandeling, maar geen andere dag zullen we zo afzien.
    Al direct aan het begin raken we het pad kwijt. Een stortbui had daags tevoren een flinke hap uit de berghelling weggespoeld. Klimmend over rotsblokken en door diep ingesneden geulen moeten we de routetekens zien terug te vinden. Het drukt ons met de neus op de geologische feiten. Door de grote hoeveelheden smeltwater heeft de Tinée zich aan het eind van de laatste ijstijd zo diep en steil in de dalbodem ingeslepen, dat de hellingen nog altijd instabiel zijn. De Romeinen hadden dat goed begrepen en legden hun weg vijfhonderd meter boven de Tinée aan. Pas toen de auto het dal veroverde, werd de hoofdroute naar beneden verlegd. Sindsdien woedt er een permanente strijd tussen het wegenonderhoud enerzijds en lawines, vallend gesteente en aardverschuivingen anderzijds. Maar geen dorpeling die aan het gevaar denkt.
    Aan de bosrand vinden we het pad terug en in de koelte tussen de bomen voert het ons omhoog tot halverwege de berg. Daar openen zich de alpenweiden en rolt de zon als een stoomwals over ons heen. Hier en daar staat een voormalige herdershut, omgeven door overdadige hoeveelheden bramen.
    We stijgen verder tussen lage bomen die géén schaduw bieden, maar die wél de verkoelende wind breken. Het is of de lucht als warme stroop tussen de takken hangt. Hogerop langs het pad staan hoge naaldbomen en daar komen we de eerste uren niet meer onder vandaan. Siësta!

    Twee uur diepe slaap in een peilloze stilte. Onze siëstaboom staat nog geen vijftig meter van een gapende afgrond. Deze hele bergkant is ingestort: stap voor stap bij buien ondergraven en in de rivier getuimeld. Bordeauxrode leisteen, die tot zachte, makkelijk weg te spoelen klei verweert, is hier in complexe plooien vermengd met kalksteen, dat in water oplost. Zoiets vraagt om moeilijkheden. Het pad, dat akelig dicht langs de rand loopt, wordt waarschijnlijk telkens opnieuw naar achteren verlegd.
    Voorbij de afgrond gaat de route over een smalle graat en een volgende aardverschuiving omlaag naar St. Sauveur. We dalen behoedzaam af.

    Dag 2: Roure - Refuge de Longon

    Dat het erosiegevoelige gesteente ook zijn positieve kanten heeft, ontdekken we de volgende dag als we aan de overzijde van het Tinée-dal omhoogklimmen en in Roure terechtkomen. Wat doen die mensen in godsnaam zo hoog boven steile afgronden, ver van de rivier? Het is de rode klei die, vermengd met de vruchtbare kalk, ideale landbouwgrond oplevert.
    Ons pad is vandaag de GR 5 en zijn entree in Roure is prachtig. Links kijk je in de volle lengte over de Tinée-vallei, terwijl diep beneden de zijrivier Vionène het spectaculaire kloofdal verlaat om zich bij de Tinée te voegen. De terrassen zijn overwoekerd door bloeiende clematis, maar als we tussen de eerste schuren doorlopen, zien we ook goed onderhouden terrassen verschijnen. De schuren maken plaats voor huizen die meer aan Italië doen denken dan aan de Alpen en die geflankeerd worden door tuinen vol groente, fruitbomen en bloemen. En overal het geluid van stromend water. Uiteindelijk komt het pad uit bij een oude wasplaats. Hier pauzeren we; Roure ligt tenslotte 650 meter boven St. Sauveur-sur-Tinée.

    Gemeenschappelijke oven

    'Excusez-moi', Een oude vrouw vraagt of we plaats willen maken. Ze doet haar was in de lavoir en hangt hem daarna boven de wasplaats te drogen.
    'Ik heb wel een wasmachine', reageert ze op onze verbaasde gezichten, 'maar dit gaat net zo goed. Als het mooi weer is, doe ik de was liever buiten, zoals we vroeger allemaal deden.'
    We vragen waar de winkel is die in de topoguide (Routegidsje) genoemd wordt.
    'Oh, die is er al jaren niet meer', lacht ze, 'maar je hebt geluk. Het is zondagochtend en dan bakt Eugène brood in de gemeenschappelijke oven.'
    Four Communal staat er boven de deur van de bakkerij. De bakker zou het niet slecht doen als kabouter in een Disneyfilm. Klein, mollig en met een ronde witte baard. Voortdurend giechelend en grapjes makend in een dialect dat meer weg heeft van Italiaans dan van Frans, blijkt hij het warme hart van Roure te zijn. Iedereen komt er 's zondags zijn brood en croissants halen, vers uit de enorme stenen oven die met larikshout gestookt wordt. Hier wisselen de bewoners hun dorpsroddels uit.
    We ontmoeten er Patricia, die meer broden koopt dan een gezin kan verklaren. 'Voor de ferme auberge', verklaart ze. 'Bijna alle bewoners kopen Eugènes brood, om de traditie van de gemeenschappelijke oven in ere te houden. Al bakt hij maar twee keer per week, je hoeft het niet in de diepvries te doen - het is een oud en vroeger noodzakelijk recept.'
    Op zijn beurt doet Eugène een goed woordje voor Patricia: 'Jullie wandelaars stomen altijd maar door. Hou 'ns siësta! Ga lekker eten, dan loop je beter. De groenten komen uit de tuin. De lamsboutjes verzorgt haar man, die herder is. De buurman raapt de eieren, het brood bak ik en de kaas komt van de vacherie. En ze stoken het apéritif ook zelf!'
    We zijn verkocht. Morgenavond, na ons tweedaagse rondje, zullen we aanschuiven in Ferme Auberge de Terre Rouge.

    Beroemde kaas

    Na de groene terrassen van Roure en de lariksbossen op de hellingen erboven bereiken we Longon, een boomloze hoogvlakte. Geen bloemen, geen groen. Verdord gras zover het oog reikt en bergen die als losse bulten op de vlakte staan. De opvallendste is de 2817 meter hoge Mont Mounier, die een magische aantrekkingskracht heeft vanwege zijn piramidevorm.
    Maar eerst is het tijd voor een pauze. Niet ver van de plateaurand staat de refuge. De vacherie is eraan vastgebouwd. Eugène, de bakker, had ons trots verteld dat de Tomme de Roure, de kaas die hier gemaakt wordt, tijdens het filmfestival van Cannes op het sterrendiner werd geserveerd. Sindsdien is er zoveel vraag naar, dat de Rourios zelf nauwelijks kaas kunnen bemachtigen. Bruno, die de vacherie runt, zit even uit te hijgen bij Patrick, die de berghut bestiert. Sinds ze allebei een kind hebben, is het gedaan met de nachtrust.
    Baby Nicolas laat even later van zich horen, als hij in een rugzak bij moeder Marion achterop de hut binnenzeilt. Ons gezelschap stoere bergwandelaars verandert op slag in een stelletje gekkebekkentrekkers en Nicolas kraait van plezier.

    Noodweer

    We hebben nog geen zin het bijltje er voor vandaag al bij neer te gooien. De goudgele toppen lonken. Mont Mounier blijkt te ver, maar de berg die simpelweg Montagne Haute heet, moet haalbaar zijn. We banjeren dwars door het veld tegen de helling omhoog. De top biedt een verrassing. Vanaf Longon gezien oogt hij bescheiden, maar de helling aan de andere zijde duikt in één keer 1500 meter omlaag de Tinéevallei in. Daarachter torenen de drieduizenders van het Frans-Italiaanse grensgebied omhoog. We zien de Vallon de Mollières, een zijdal van de Tinée, die toegang biedt tot dit ruige gebergte. Een dal zonder dorpen, wegen en auto's, in de kern van het Parc National du Mercantour. Dat wordt het doel van onze volgende wandeling.
    Terwijl we van het uitzicht genieten, pakken donkere wolken zich samen. Mijn vrienden zien het als een onschuldige middagbewolking, maar ik ken deze streek wat beter en verzeker hen dat het onweer betekent. En wel heel binnenkort. We moeten zo snel mogelijk van de top af. Rennend en uiteindelijk rollend door het hoge gras snellen we de helling af. Als we tweehonderd meter lager zijn, slaat met een krakende klap de bliksem in de Montagne Haute. We zetten onze spurt voort, want we zijn nu wel buiten de gevarenzone, maar we willen de stortbui voor zijn. Als we de deur van de refuge achter ons dichttrekken, barst de hel los.

    Blij dat we droog zijn aangekomen, installeren we ons aan de eettafel. Tot onze verbazing pakt Marion Nicolas op, snoert hem in de rugzak en stapt met Bruno het noodweer in.
    'Wat gaan jullie in godsnaam doen?', vraag ik.
    'Melktijd', is Bruno's simpele antwoord. Hij klimt op de bok van zijn bergtractor en Marion nestelt zich achterin de aanhangwagen, tussen de melkbussen onder de huif. De baby op Marion's rug kijkt naar onze verbaasde tronies. Het dondert en bliksemt. De regen waait horizontaal over het plateau en klettert tegen de huif. De laadkar schudt en stuitert als een rodeostier. Maar Nicolas geeft geen kik. Met grote ogen zit hij daar en ik zou zweren dat hij geniet van zijn uitstapje.

    Dag 3: Longon - Roure - St. Sauveur

    Longon is goudgeel verdord door de afwezigheid van water en ook de dorpen in de omgeving ogen dor. Aan de andere kant van Longon dalen we langs een waterval af naar het gehucht Vignols. De Vionène heeft zich diep ingesneden in het dal. Waar ons pad (de GR 52A nu) afdaalt naar de rivier, tapt een kanaal een deel van het snelstromende water af om het over berghellingen, langs afgronden en door tunnels naar Roure te brengen. Ons pad volgt ruwweg dit oude kanaal. Omdat het pad minder snel daalt dan de rivier, wordt het uitzicht steeds fraaier en lijkt het alsof we steeds hoger komen.
    De oorsprong van het kanaal is een mysterie. Maar wat de verklaring ook is, het rond 1000 gestichte Roure bezat volgens de oudste historische bronnen al een kanaal. Rond 1850 heeft men het vernieuwd en het huidige kunstwerk aangelegd. Kilometer na kilometer kleeft het aan de bergwanden, tot het water boven Roure uitkomt en als waterval omlaag klettert. Het wordt opgevangen via een ingenieus netwerk van irrigatiekanaaltjes. Door in zo'n goot een steen te plaatsen of juist weg te halen, kun je het water een andere kant opsturen. De dorpelingen hebben het verplaatsen van de stenen onderling geregeld, zodat elk terras water ontvangt. Hoe het smaakt als je je groenten verbouwt met bergwater, zonder bestrijdingsmiddelen, met mest uit je eigen stal, dat proeven we die avond in Ferme Auberge La Chèvrerie van Patricia.

    Dag 4: Vallon de Mollières

    De wandeling door de Vallon de Mollières is totaal anders van karakter. Liepen we eerder bergop, nu blijven we beneden. Zelden tref je in de Alpen zo'n groot, laaggelegen en onbewoond dal aan. Het is niet altijd onbewoond geweest, want wel twee kilometer lang doorkruisen we een door het bos heroverd dorp. Maar als je niet oplet, ontgaat het je.
    Sinds 1979 is het dal deel van het Parc National du Mercantour en het lijkt of de natuur zich dat nooit meer wil laten ontnemen. Gemzen komen we in het dal meer tegen dan wandelaars: een verhouding van zes staat tot nul. Uiteindelijk, helemaal aan het eind van het dal, waar de bossen zich terugtrekken, treffen we toch een dorp aan: Mollières. Gevoelsmatig hoort het bij de andere kant van de bergen, want alleen daarmee is het via een (onverharde) weg verbonden. Een relict uit de geschiedenis, want nog niet zo lang geleden lag daar Italië en daar hoorde ook dit achterste stukje dal bij.
    Wat me het meest treft aan dit sluitstuk van het dal zijn de vlinders. Tienduizenden vliegen er rond. We wanen ons in het paradijs. Heerlijk, dat kleurrijke gefladder bij elke stap die je zet. Uiteindelijk verlaten we het dal om weer de hoogte te kiezen. De bedoeling is om via de Col de Mercière naar Isola 2000 te gaan en daar de bus naar St. Sauveur te nemen. De aanblik van de betonnen hotelkolossen van het wintersportoord en de hellingen die voor de pistenaanleg voorgoed van hun schoonheid beroofd zijn, doet ons besluiten snel om te draaien en weer af te dalen door de vlindervallei.